strukji uit het nieuwe slow food book 

(halve maantjes met walnoten en rozijnen)

 

Eén twee drie vier vijf notenbomen staan bij mijn geliefde op het erf en dan nog enkelen achter de schuur, boven de helling naar de vijver. Daar rollen de noten mand met walnoten natuurlijk tamelijk omlaag en worden onvindbaar. Maar van die vijf staat een mooie oogst in de schuur, een grote mand vol, een kleine mand vol. En ergens achterin de loods staan nog wat kisten met noten. Gelukkig heb ik het nieuwe Slow Food kookboek aangeschaft: ‘Nagerechten en gebak van Italiaanse osteria’s’ en gelukkig kennen de Italianen ook walnoten als ingrediënt, dus ik had het voor het uitzoeken. Schitterend, geweldig, prachtig boek trouwens; volgende keer ga ik Ciabatta di Sant’Antonio bakken, 17 januari is namelijk de gedenkdag van de heilige Antonius, abt, patroon van de boeren.

Maar nu de strukji’s.

Het deeg wordt van bloem (of gebuild meel in mijn geval) en suiker en ei gemaakt. Geen boter of olie dus. Geen rijsmiddel dus.
De vulling bestaat uit – in wijn gewelde – rozijnen, veel walnoten, pijnboompitten (heb ik achterwege gelaten), suiker, schepje cacao en snufje kaneel. Dit geheel moet een nacht staan dooreen trekken.
Wie met een gewoon glas rondjes uit het deeg steekt, krijgt kleine halve maantjes, eenpersoonskoekjes zogezegd.
Wie met een soepkom ronden uit het deeg steekt, krijgt een enorme halve maan, meer iets voor een overlevingstocht van een dag.
Van de restanten deeg had ik een rechthoekige lap gemaakt, deze bedekt met de rest van de vulling, lap dichtgevouwen over de vulling.

Het resultaat is bijzonder: een zoetig hard deeg rondom een donkere spannende vulling met walnoot en rozijnen als herkenbaar ingrediënt, maar dan doortrokken van de cacao en kaneel.

 

ingrediënten (25 kleine halve maantjes)

 

deeg

  • lekkere vulling van rozijnen, walnoten, cacao enz 250 gram bloem
  • 1 ei
  • 125 gram kristalsuiker
  • geraspte schil van ¼ citroen
  • snuf zout
  • 1 glaasje rum (of gewoon water)

 

steek uit met glas of soepkom

vulling

  • 50 gram rozijnen
  • ½ dl marsala of rode wijn
  • 250 gram gedopte walnoten
  • 25 gram pijnboompitten
  • 25 gram suiker
  • ½ theelepel cacaopoeder
  • ¼ theelepel kaneel
  •  
  • beetje ei om te bestrijken

 

werkwijze

- vorige dag: week de rozijnen in de wijn gedurende 1 uur; dop intussen de walnoten en hak deze in niet te fijne stukjes; voeg deze toe aan de rozijnen, voeg cacao, suiker en kaneel toe, meng alles goed en laat deze potpourri een nacht staan, ergens in huis

- meng suiker, snuf zout en bloem (of gebuild meel) in een kom, maak een holletje in het midden, leg daar ei in plus rum (of water) en citroenrasp, meng alles goed dooreen, kneed op een aanrecht een deeg dat de consistentie heeft van halve maantjes en hele rol strukji appeltaartdeeg

- doe dit terug in de kom, doe een doek over de kom, zet deze op een koele plek gedurende een uur zodat het deeg wat op kan stijven (makkelijker uitrollen)

- rol het deeg zo dun mogelijk uit, steek met een glas of kom rondjes uit het deeg, doe per rondje een lepel vulling erop, vouw het deeg om de vulling tot een halve maan, duw de randen goed aan, leg de strukji op bakpapier, maak zo alle deeg op

- bestrijk de halve maantjes met losgeklopt ei

- bak de koekjes in voorverwarmde oven van 175˚ gedurende circa 20 minuten tot ze lichtbruin zijn

 

  

strukji 2

 

Morgen is Boudewien jarig, als cadeau wil ik haar een trommeltje met strukji geven.
Ze zijn namelijk zo lekker, die strukji. Ik zit ze de hele week al te eten.
Wie die cacao in de vulling heeft uitgevonden, die verdient een lintje.
De halve maantjes zijn ook nog eens heel goed houdbaar.
(uit ervaring zeker anderhalve week, maar het zou ook wel een maand kunnen zijn).
Het omhulsel blijft knapperig; de vulling geconserveerd door wijn en (rozijnen)suikers.
Deze vulling wordt zelfs nog lekkerder mettertijd.

allemaal voor Boudewien Het vormen van de strukji doe ik anders deze keer. Zo krijg ik er meer vulling in.
Ik leg een plakje deeg in mijn hand, schep daar een lepel vulling op. Dan houd ik het plakje deeg vast tussen de vingers van beide handen alsof het een vloeitje is, stop de vulling iets omlaag met de wijsvingers, duw de uiteinden tegen elkaar, rol zelfs ook een beetje. Denk maar aan het rollen van een shagje en je hebt de slag te pakken.
Het halve maantje lijkt nu op een sikkel, die bol staat van de vulling.
Het voelt als een geduld werkje en dat geduld is niet iets dat ik aan het einde van de werkweek nog zoveel heb.
Zeker niet als ik bedenk hoe vroeg ik morgen alweer bij TNT moet zijn. Om 05.30 uur…

Maar wie daar 22 strukji staat te vouwen, begint wel te lachen om de eigen haast.